De verkiezingen staan in maart alweer voor de deur. In het kader hiervan lanceert DDAI een nieuwe rubriek, waarin we politieke partijen vragen naar hun standpunt met betrekking tot digitale toegankelijkheid. Ditmaal is Joba van den Berg, Tweede Kamerlid voor het CDA, aan het woord over haar visie op digitale toegankelijkheid.
Digitalisering effectiever en efficiënter maken
Joba: “Laat ik beginnen met het punt dat de hele digitalisering effectiever en efficiënter gemaakt moet worden.We moeten oog blijven houden voor de mensen die het moelijker vinden om bij te blijven in een digitaliserende samenleving. In mijn ogen kun je digitalisering niet tegenhouden. We zien dat dit steeds verder ontwikkelt en het biedt veel gemak kan bieden. In Nederland zijn we al heel ver met digitalisering. In de coronatijd, waarbij het merendeel van Nederland thuis werkt, zien we dat de netwerken het allemaal gehouden hebben. In 2018 heb ik gepleit dat er versnelling komt van goed internet in heel Nederland. De staatssecretaris heeft destijds toegezegd dat ze daarmee aan de slag ging. We zijn in die zin heel ver op dit gebied in Nederland. Digitalisering is een belangrijk onderwerp. Je kan veel meer en sneller informatie verstrekken door digitalisering. Daarbij is het wel belangrijk om te onthouden dat er in Nederland 2,5 miljoen mensen laaggeletterd zijn; daarnaast zijn er veel mensen met een audiovisuele beperking. Zij moeten ook mee kunnen komen. Het is belangrijk dat we iedereen mee weten te krijgen in deze digitalisering. Om de digitalisering effectiever en efficiënter te maken moeten we onder andere aandacht vestigen op de digitale vaardigheid van mensen en systemen toegankelijk maken.”
Informeer iedereen op de juiste manier
Joba: “Wat ik wel heel belangrijk vind is het volgende. Er is zoveel informatie verkrijgbaar op verschillende manieren. Kijk bijvoorbeeld naar apps. Daar maak ik gelijk even een haakje naar de zorg. Je weet niet of een app betrouwbare informatie heeft en of deze app veilig is: dus wat doet het met jouw gegevens? Je wilt niet dat jouw gegevens op straat komen of voor andere commerciële doeleinden gebruikt worden. Ik heb in de Tweede Kamer steun gevraagd voor initiatieven zoals het National E-Health Living Lab. Zij testen apps op betrouwbaarheid en veiligheid. Ik vind het belangrijk om het kaf van het koren te scheiden zodat mensen weten waar ze aan toe zijn. Het is goed dat er organisaties zijn die daar bovenop zitten.”
Technische checks: veiligheid voorop
Joba: “Ik ben nummer 16 op de CDA-lijst en hoop dat ik na de komende verkiezingen weer in de Kamer kom. Ik heb me de afgelopen jaren ingezet voor de betrouwbaarheid en veiligheid van apps. Dat vind ik een belangrijk aspect: veiligheid, betrouwbaarheid en de voorlichting aan mensen zodat ze goed weten hoe ze zichzelf online kunnen beschermen. Een technische check vind ik met name in de zorg extra belangrijk. Mensen gaan iets doen of laten op basis van wat ze gelezen hebben in ‘medische app’, maar weten vaak niet of daar überhaupt artsen bij betrokken zijn. Daar heb ik me voor ingezet en zal ik me voor in blijven zetten.”
De voorbeeldfunctie van de overheid
Joba: “De overheid heeft een grote rol om uit te dragen hoe belangrijk digitale toegankelijkheid is. Zij moeten daar het goede voorbeeld in geven. Goed voorbeeld doet immers volgen! Het is voor bedrijven belangrijk om te investeren in de toegankelijkheid van hun website. Vraag bijvoorbeeld aan mensen in je omgeving, met of zonder functiebeperking, wat er beter moet aan de website met betrekking tot digitale toegankelijkheid. Met kleine aanpassingen kom je vaak al een heel eind en krijg je meer verkeer naar je website. Sinds anderhalf jaar ben ik ook woordvoerder voor gehandicaptenbeleid. Het is heel belangrijk om ook deze groep mee te nemen in digitalisering. Daar zal ik de overheid op bevragen, maar ik vind allereerst dat de overheid een goed voorbeeld moet geven. Daarnaast vind ik dat de overheid moet kijken naar het bevorderen van samenwerkingen. Er zijn vaak verschillende initiatieven met hetzelfde doel. Hoe kun je ervoor zorgen dat die mensen elkaar minimaal kennen en elkaar wellicht kunnen versterken?”